
Een wet alleen is niet genoeg om mediation te bevorderen. Zeker niet het ontwerp waarmee het kabinet op de proppen kwam.
‘Het moet normaal worden om zelf de regie te houden in een conflict,’ zegt Frederique van Zomeren, mediator en voorzitter van de Nederlandse Mediatorsvereniging.
Een wet alleen is niet genoeg om mediation te bevorderen. Zeker niet het ontwerp waarmee het kabinet op de proppen kwam.
‘Het moet normaal worden om zelf de regie te houden in een conflict,’ zegt Frederique van Zomeren, mediator en voorzitter van de Nederlandse Mediatorsvereniging.
Mediation is vooral bekend van echtscheidingszaken, maar wordt ook op andere terreinen toegepast, tot en met het strafrecht. In plaats van het oordeel aan de rechter te laten gaan partijen met elkaar om de tafel, onder leiding van een mediator oftewel bemiddelaar.
‘Het is niet de pleister op alle wonden, maar in veel gevallen leidt deze werkwijze tot een duurzamer resultaat, waar partijen echt tevreden over zijn,’ zegt Van Zomeren.
Oud-VVD-Kamerlid Ard van der Steur wilde mediation bevorderen met drie kloeke initiatiefwetsvoorstellen. Een voor het burgerlijk recht, een voor het bestuursrecht, en een voor de invoering van een wettelijk erkend mediatorregister. Een groot deel van de Kamer struikelde over het sterk verplichtende karakter dat mediation kreeg in de plannen. Maar nog vóór Van der Steur zijn wetsvoorstellen mondeling in de Kamer kon verdedigen, werd hij minister van Veiligheid en Justitie.
De voorstellen werden ingetrokken, maar geen nood, Van der Steur zou als minister met een nieuwe versie komen. Daarop was het lang wachten – tot afgelopen zomer één enkel ontwerp ter consultatie werd voorgelegd. Van de verplichting om mediation te overwegen blijkt daarin weinig tot niets over, wellicht tot blijdschap van een aantal fracties, maar nu is de beroepsgroep ontstemd.
Partijen moeten volgens u eerst mediation proberen voor ze naar de rechter stappen. Waarom?
‘Wat heel mooi zou zijn, denk ik, is dat je eerst kijkt of je er samen uit kunt komen. Pas als dat niet lukt, ga je naar de rechter om een uitspraak te vragen. Wat we op dit moment hebben in Nederland, is een conflictcultuur waarbij je het samen oplost, of als dat niet lukt, ik je voor de rechter zie. Eigenlijk vinden wij die sprong een rare. Daar hoort een stap tussen. Want al heb je ruzie, je weet nog heel goed wat je zelf wilt. Dus waarom niet eerst met iemand erbij – een neutrale derde – kijken of je het conflict kunt oplossen, in plaats van de zaak volledig uit handen te geven.’
Maar die mogelijkheid bestaat in de praktijk al. Dit zou verplicht moeten worden. Wat voegt dat toe?
‘Dat is natuurlijk een spannende vraag, want hier spelen twee dingen. Het uitgangspunt van mediation is dat het vrijwillig is. Maar ik denk dat het helemaal niet slecht zou zijn, en dat is in dit wetsvoorstel niet voldoende geregeld, dat je eerst mediation moet uitproberen. Niet als betutteling. Maar we hebben gewoon niet in ons systeem dat er nóg een mogelijkheid is om dingen op te lossen op een manier die nuttig en effectief kan zijn. Waarbij natuurlijk uiteindelijk, als je er niet uitkomt, gewoon de weg naar de rechter open moet staan. Dus ik denk dat het verplicht overwegen van mediation en doorverwijzing zoals in de eerste wetsvoorstellen was opgenomen, eigenlijk een hele goede oplossing is. Niet dat je er daarmee bent. Er zal ook veel voorlichting nodig zijn, misschien is dat nog wel belangrijker.’
Krijg je met zo’n verplichting niet het probleem dat de mediator hopeloze gevallen moet zien, die alleen nog door de rechter kunnen worden geholpen?
‘Er is een fase in conflictsituaties waarbij mensen alleen nog op destructie uit zijn. Samen de afgrond in. Dan maakt niet meer uit of je verliest; als de ander maar niet wint. Dat kom je natuurlijk tegen. De vraag is net zozeer of een rechter dat kan oplossen. Maar het is hoe dan ook belangrijk om een goede conflictdiagnose te hebben. Die maak je in een eerste mediationgesprek. Daarin komt onder meer de vraag aan de orde: is dit voor u de beste stap in een conflict? Als de conclusie is dat een rechterlijke uitspraak gewenst is, kan mediation nog steeds nuttig zijn. Vanwege vragen als: waar moet nou die uitspraak over gaan, en wat gaan we doen als die er is? Anders heb je aan het eind van de rit wel of geen gelijk gekregen, maar is daarmee ook je conflict opgelost? Vaak niet. In de praktijk speelt namelijk meer dan alleen de rechtsvraag. Als jij ruzie hebt met iemand, gaat dat zelden over artikel drie-punt-zoveel van die of die wet.’
In plaats van de verplichting die jullie wensen, komt de minister wel met uitgebreide kwaliteitseisen. Hoe staan jullie daar tegenover?
‘We hebben op dit moment een goed kwaliteitsstelsel voor mediators. Wat ons betreft zou het private register met z’n kwaliteitseisen door de overheid overgenomen kunnen worden, maar dat blijkt niet mogelijk. Ernstig is dat door de kwantiteitseis van twaalf mediations per jaar in het voorstel slechts een kwart van de huidige geregistreerde mediators uit het bestaande private register in aanmerking komt voor inschrijving in het overheidsregister als beëdigd mediator. Dat is echt te weinig. Essentieel voor een kwantiteitscriterium is dat het aansluit bij wat reëel is in de markt. Tegelijk zien we dat die kwaliteitseisen nog nader ingevuld moeten worden bij algemene maatregel van bestuur. Wij gaan ervan uit dat we die invulling sterk zullen bepalen.’
Stel dat het niet lukt om veranderingen in het wetsvoorstel te krijgen. Gaan jullie er dan niet op achteruit in plaats van vooruit?
‘Daarover wil ik eigenlijk niet speculeren. We gaan ervan uit dat zowel de minister als de Kamer welwillend tegenover onze inbreng staat. De inbedding van ons beroep en de uitbreiding van onze bevoegdheden zijn trouwens belangrijke aspecten die al in het voorstel zitten. Zo krijgt de mediator bij echtscheiding de mogelijkheid het gezamenlijk verzoekschrift aan de rechter voor te leggen. Het is een belangrijke verbetering voor partijen in de mediation dat ze die stap met behulp van de mediator zelf kunnen maken, en niet aan het einde van de rit nog een advocaat hoeven in te schakelen om hun scheiding te formaliseren.’
zie interview van Frederique van Zomeren
door Richard Sandee
3 november 2016
bron: http://www.sconline.nl/